Teruggeblazen in de tijd

Storm

Wij dachten: we trekken er eens op uit met het gezin van Frank zijn broer. Wij dachten: de Plantentuin van Meise, die willen we wel eens zien. Wij dachten: we gaan dat doen op zondag 10 maart.

Op 10 maart om 9 uur las ik in de krant: “Bossen en parken in Brussel gesloten wegens de verwachte storm.” Op de website van de plantentuin stond: “de Plantentuin is vandaag gesloten wegens de verwachte storm.”

Wij belden vlug de broer van Frank. Dan zouden we maar naar het Natuurhistorisch Museum trekken. Onze jongens wilden die dino’s wel eens zien.

Wij dachten: wij nemen de trein. Wij dachten: wij eten daar aan het station wel een broodje. Wij dachten: we gaan te voet vanaf het Centraal Station, dan zien wij nog iets van Brussel.

De trein, dat ging goed. We aten in een Exki, maar Frank nam naast een broodje ook spring rolls, quiche en een stuk citroencake. De eerste twee bleek ik te moeten helpen opeten. Prima, want ik zou de extra energie kunnen gebruiken.

De wandeling was uitdagend. Op de kunstberg werden we meermaals bijna weg geblazen door de harde wind. We zagen een jongetje dat viel met zijn fiets en huilend zijn papa – die blijkbaar niets in de gaten had – achterna holde. Gelukkig werden ze snel herenigd.

Ook aan het koninklijk paleis had de wind vrij spel en op het Luxemburgplein vlogen onze twee jongste jongens ei zo na weg.

Maar kijk, daar was het museum. “Wat willen jullie eerst zien,” vroegen we? “Dino’s!” klonk het in koor. En de kinderen hadden gelijk. Wat indrukwekkend al die reusachtige skeletten. Daarna doorliepen we de hele evolutie: van de eencelligen tot de eerste mensen.

De tijd vloog voorbij. Toen dachten wij: kom nog snel een souvenirtje kopen en dan wegwezen om onze trein te halen.

Opnieuw werden we gejaagd door de wind op weg naar het station. Maar daar aangekomen, mochten we niet binnen. Een viertal politie-agenten versperden ons de weg. Wat was er aan de hand?

Twee minuten later mochten we er wel door, om te ontdekken dat het bord met treinaankondigingen volledig zwart was. Door het stormweer was het treinverkeer ernstig verstoord. Geen mens die wist wanneer we naar huis zouden kunnen.

Wij dachten: kom, de schoonbroer is een autodeler, wij zoeken wel een deelauto in de buurt.

Maar er een vinden voor 8 personen was onbegonnen werk.

Ondertussen bleven de schermen zwart.

Toen dachten we: we nemen een taxi. Maar er een vinden voor 8 personen was onbegonnen werk. Dus we namen 2 taxi’s. Zo betaalden we heel veel voor ons uitstapje. Maar zorgeloos thuis geraken is eigenlijk onbetaalbaar.

Na een lekkere maaltijd samen, reden we het laatste stukje naar huis. De jongens vertelden in de auto honderduit over de avontuurlijke dag die ze hadden beleefd en hun eerste rit in een taxi.

Opmerkelijk, want in die taxi waren ze muisstil geweest.